Openingen

Het is de bedoeling om in het vervolg een aparte rubriek aan de openingen te gaan besteden.Het is namelijk gebleken, dat de meeste leden van onze vereniging erg weinig of helemaal niets aan openingstheorie doen.Vaak is een partij al beslist, voordat er 10 zetten gespeeld zijn. Daarom worden elke keer wat openingsvalletjes behandeld. Bekijk ze thuis maar eens rustig, en trap er daarna nooit meer in. Naast de openingsvalletjes is het de bedoeling. dat ook aparte openingen en eventueel ook de bijbehorende literatuur behandeld worden.Dit is echter in hoge mate afhankelijk van de tijd, die de schrijver hiervoor vrij kan maken. Om te beginnen volgen hier dan al enkele zéér bekende valletjes:

1. 1 g4,e5 2.f3?,Dh4 mat(zgn gekken- of narrenmat,het snelste mat, dat op het bord kan komen)
2. 1.e4,e5 2.Lc4,Lc5 3.Dh5,d6? 4.Dxf7 mat(zgn herdersmat, waarvan meerdere varianten bestaan;kenmerkend is, dat de witte dame en loper zich op f7 richten, terwijl zwart dat veld niet verdedigd)
3. 1.e4,e5 2.Lc4,Lc5 3.Dh5,g6? 4.Dxe5+,De7 5.Dxh8,Dxe4+ 6.Pe2!,(6.Le2,Dxg2 7.Dxg8+,Ke7 8.Lf3?,Dxf2+ 9.Kd1,Df1mat) Dxc4(6...,Dxg2 7. Tfl)7.Dxg8+ en wit blijft een toren voor.

De openingsvalletjes 2 en 3 lijken veel op elkaar.Wit probeert zwart met zijn dameuitval te overrompelen.Vaak speelt men zo tegen jonge en onervaren tegenstanders, om zodoende snel een vol winstpunt op te kunnen strijken.Er zijn echter een aantal mogelijkheden,waarmee men deze valletjes kan bestrijden.
1 e4,e5 2.Lc4,Pf6;Zo bereikt wit niets met een dameuitval, omdat het paard de velden g4 en h5 dekt en bovendien de dame van veld f7 afschermt, als wit besluit zijn dame op f3 te zetten.
-1 e4,e5 2.Lc4,Lc5 3.Dh5,Df6(op De7)De zwarte dame dekt veld f7 en valt meteen veld f2 aan.